Hoeders van de open vlakte

openvlakte

Met dit essay heb ik de Nexus-Connect essaywedstrijd 2017 gewonnen

De IJslandse Althing is het oudste parlement ter wereld. In het jaar 930 besloten de belangrijkste leiders van dit eiland bij elkaar te komen op de grote open vlakten van Thingvellir om gezamenlijk beslissingen te nemen en recht te spreken. Hoewel de Althing vandaag de dag in de hoofdstad Reykjavik staat, speelt het idee van een open vlakte nog steeds een belangrijke, doch enigszins verborgen rol in ons begrip van democratie. Een oplettend oog zal waarschijnlijk hebben opgemerkt dat het midden van nagenoeg alle parlementen in de wereld wordt gevormd door een open plek. Van het Europese parlement tot het Britse House of Commons, van de Franse Assemblée tot onze eigen Tweede Kamer, het midden van de zaal is leeg.

Ieder parlement ter wereld lijkt wat dat betreft een illustratie te zijn van het gedachtegoed van de Franse filosoof Claude Lefort, die beweerde dat het centrum van de macht in een democratie altijd leeg hoort te zijn. Volgens deze denker is het belangrijkste verschil tussen deze regeringsvorm en een totalitair systeem het gegeven dat het lichaam van de soevereiniteit in een democratie altijd open is. Toen tijdens de Franse revolutie de guillotine een einde maakte aan het leven van koning Lodewijk XVI is de soevereiniteit van de macht namelijk bij het volk komen te liggen.

In tegenstelling tot het lichaam van een koning, dat concreet en afgebakend is, is het lichaam van het volk altijd abstract en voor meerdere interpretaties vatbaar. Voor Lefort is het van eminent belang dat we in een democratie deze openheid waarborgen in onze instituten: door de symbolische plek van de macht leeg te houden, voorkomen we dat we tot een totalitair systeem vervallen.

Dit lege karakter van de waarheid lijkt een terugkerend thema in onze geschiedenis, en kent wat dat betreft een interessante oorsprongsmythe, beschreven door Sigmund Freud in zijn essay ‘Totem und Tabu’. Volgens Freud, die hierbij Darwin aanhaalt, hebben mensen ooit in stamverbanden geleefd waarbij één alfamannetje alle vrouwen in zijn stam het hof mocht maken. Hoewel dit alfamannetje zijn vele zonen ontzag inboezemde, raakten deze jongemannen zo gekrenkt doordat hun de liefde van hun zusters werd ontzegd dat ze op een dag samenspanden om hun vader te vermoorden. Deze oerrevolutie heeft zoveel indruk gemaakt op de toenmalige mensheid dat werd besloten dat de positie van de alfaman leeg moest blijven en niet meer mocht worden ingevuld. Om dit te realiseren werd het mannen verboden om met hun vrouwelijke familieleden seks te hebben, zoals de alfaman deed, en werd deze vermoorde alfaman op zijn beurt vereerd als een strenge maar rechtvaardige god.

Waar Freud met deze mythe zowel het ontstaan van ons hedendaags godsbeeld als het ontstaan van het incesttaboe wist te verklaren, gaat het hier vooral om de lege plek die niet meer mocht worden opgevuld na de dood van de alfaman. Van het verraad tegen Caesar tot het afgehakte hoofd van Lodewijk XVI, van de castratie van Uranus tot de moord op koning Hamlet: het open houden van de lege plek lijkt ons ook na de dood van de alfaman behoorlijk veel moeite te kosten. Zowel uit onze geschiedenis als onze literatuur blijkt dat de eeuwige terugkeer van de vadermoord die ervoor zorgt dat het centrum van de macht weer leeg is een blijvend onderdeel is van onze cultuur. Ook vandaag de dag speelt de plek die leeg moet blijven nog steeds een belangrijke rol in onze politiek — hoewel het verlangen om hem door een vaderfiguur in te vullen soms te groot lijkt te worden.

Het probleem van de open vlakte is misschien nog wel het meest treffend verbeeld in de schilderkunst tijdens de Oktoberrevolutie. In deze tijd wist de bekende schilder Kazimir Malevitsj in Rusland faam te verwerven als avant-gardekunstenaar van de revolutie. Zijn bekendste werken uit deze tijd zijn bijna allemaal abstracte, lege rechthoeken op witte doeken die een radicale breuk betekenden met de figuratieve werken die tot dan toe geschilderd werden. Malevitsj zegt zelf over deze werken dat ze ‘… de ervaring van pure niet-objectiviteit in de witte leegte van een bevrijdend niks moeten oproepen’.

Hoewel het veelzeggend is dat deze breuk met de figuratieve kunst als een ervaring van leegte wordt beschreven, is de reactie van het Sovjetregime op deze revolutie nog opvallender. Zodra de Sovjet-Unie vaste vorm begon aan te nemen en zich als een dictatuur begon te gedragen was het namelijk gedaan met de status van de abstracte kunst van Malevitsj: de leegte werd weer ingevuld. De officiële Sovjetkunst valt compleet terug op figuratieve schilderregels die bovendien een sterk moralistisch karakter hebben. Kunstenaars zijn niet langer de hoeders van een witte leegte, maar ingenieurs van de ziel. Een ziel die compleet in het teken staat van het doen slagen van de communistische revolutie.

Honderd jaar na deze Oktoberrevolutie hebben we nog steeds niet geleerd hoe we met de witte leegte moeten omgaan. Tegenwoordig boezemt de open vlakte onze machthebbers nog steeds dusdanig veel angst in dat het verlangen om deze vlakte in bezit te nemen te groot wordt. Willen we een volgende revolutie echt laten slagen, dan is het zaak om te erkennen dat de symbolische plek van de macht leeg hoort te zijn en dat de open vlakte nooit toegeëigend mag worden.

Maar hoe doen we dat, die plek van de macht leeg houden? Hoe word je een hoeder van de open vlakte? Allereerst door het eigen gelijk niet te verabsoluteren en te erkennen dat het toelaten van andere politieke opvattingen niet hetzelfde is als het opgeven van de eigen. Sinds de val van de Berlijnse muur zijn we te vaak ooggetuige geweest van het onrecht dat geschiedt wanneer die ruimte niet wordt geboden.

De ruimte waarin verschillende overtuigingen het tegen elkaar opnemen wordt tegenwoordig echter meer en meer getekend door de logica van het kapitalisme. Doordat het kapitalisme alles tot universele koopwaar reduceert, is het in staat om een schijnevenwicht te creëren tussen alle verschillende concurrerende opvattingen. Iedere groepering kan zijn eigen politieke agenda nastreven of wereldvisie uitdragen, voor zover zijn portemonnee dat toelaat.

Het probleem met dit alomvattende kapitalisme is dat het zelf een politieke kleur kent. De vele geloven, levensovertuigingen en subculturen die onze planeet kent, kunnen hun ideeën alleen expliciet verkondigen door impliciet die van het kapitalisme te accepteren. Dit komt erop neer dat hoewel je als subcultuur kunt roepen wat je wilt, dit alleen tegen een achtergrond kan plaatsvinden waarbij extreme exploitatie van de leefwereld om ons heen het mogelijk maakt om al deze verschillende opvattingen vreedzaam te laten samenleven. Alleen door de wetten van het kapitalisme te onderschrijven is het mogelijk om eigen politieke ideeën uit te dragen.

Het gevaar dat hierbij op de loer ligt is dat deze ruimte wordt gekocht of gekaapt door een totalitair politicus. Een open samenleving met een veelheid aan visies is complexer en het idee van een ‘sterke’ leider die orde in de chaos schept is voor velen aantrekkelijk. Wanneer de complexiteit van een open samenleving geen gemeenschappelijke grond kent, wordt deze complexiteit al snel ervaren als een vreemde bedreiging. Op zo’n moment is het voor een ‘sterke’ leider eenvoudig dit sentiment naar zijn hand te zetten. Van Erdogan tot Wilders, van Poetin tot Trump, overal werpen ‘sterke mannen’ zich op om als vaderfiguren een einde te
maken aan de multiculturele onenigheid en de krenkingen die dit volgens hen tot gevolg heeft.

Maar zijn wij werkelijk overgeleverd aan deze mannen? Een handvol patriarchen die de wereldvrede weet te bewaren door een spelletje geopolitieke blufpoker? Los van het feit dat de opkomst van deze patriarchen allerminst een einde heeft betekend van de exploitatie van de leefwereld om ons heen, zijn het bovendien absoluut geen hoeders van de open vlakte. In de landen waar deze patriarchen aan de macht zijn gekomen staan typisch ‘open’ instituten zoals de vrije pers, het parlement, de wetenschap en de rechtspraak consequent onder toegenomen druk. Het lijkt er daarom sterk op dat de opkomst van de machopolitiek vooral een schijnoplossing is voor de problemen die het multiculturele kapitalisme met zich meebrengt.

Om tot een echte oplossing voor deze problemen te komen, die de open vlakte en haar pluriformiteit eerbiedigt, moet er, buiten het kapitalisme, een gemeenschappelijke grond gevonden worden. Maar hoe kun je een gemeenschappelijkheid destilleren uit alle verschillende religies en ideologieën die onze planeet rijk is? Hoe kunnen het geloof in de wereldwijde onderwerping aan de islam, de utopie van de vrije markt, de wederopstanding van Christus en de stichting van de communistische heilstaat in hemelsnaam samengaan?

Allereerst door te erkennen dat iedere visie op een ideale samenleving per definitie een strijdverklaring is. Dit geldt niet alleen voor militante sektes, maar, vaak op een veel genuanceerdere manier, voor iedere maatschappijvisie. Wanneer een politicus een beeld schetst van zijn ideale samenleving waarbij hardwerkende mensen een eerlijk loon verdienen, dan schetst hij dit beeld nog altijd vanuit zijn eigen positie, een positie die niet alleen bevoorrecht is door de macht en erkenning die de meeste politici krijgen, maar die bovendien door en door gekleurd is. De betekenis die de politicus in kwestie geeft aan de begrippen ‘hardwerkende mensen’ en een ‘eerlijk loon’ zal waarschijnlijk door geen enkel ander mens compleet gedeeld worden.

Een democratie van de open vlakte zal altijd erkennen dat een maatschappijvisie niet verankerd kan worden vanuit een neutraal centrum. Er bestaat simpelweg geen objectieve standaard van wat een ideale samenleving is, er zijn alleen maar mensen die bereid zijn te strijden voor hun eigen concrete visie van een ideale samenleving. Hoewel deze visies uiterst reële en vaak ook uiterst mensonterende consequenties kunnen hebben wanneer men al te bereid is om ze tot werkelijkheid te maken, is er niks goddelijks of noodzakelijks aan deze utopieën.

Al deze verschillende wereldbeelden verhouden zich simpelweg tot elkaar als strijders in een arena. Deze arena is vandaag de dag zo ingericht dat de toeschouwers die ieder hartstochtelijk voor hun favoriete strijder schreeuwen niet meer doorhebben dat ze voor ieder gevecht een prijs betalen. De strijd draait vervolgens alleen nog om show en de strijders maken het gevecht almaar grover zodat het publiek nog hartstochtelijker wordt. Het is aan ons om deze vicieuze cirkel te doorbreken en de arena weer in te richten zoals hij behoort te zijn.

Waar een ideologie altijd strijd impliceert, vraagt strijd op haar beurt altijd om offers. Een hoeder van de open vlakte begrijpt dat het winnen van de strijd of het brengen van grote offers niet mag leiden tot absolute macht. Bovendien ziet hij in dat wanneer offers te groot worden, de hooggespannen verwachtingen gevaarlijke consequenties kunnen krijgen. Tijdens het Sovjetbewind werden er miljoenen burgers geofferd voor de noodzakelijke vooruitgang van de geschiedenis die naar een communistische heilstaat zou leiden. Door de omvang van dit offer is niet alleen deze heilstaat uit het zicht verdwenen, hij heeft er ook voor gezorgd dat de weg terug als optie verloren is gegaan. Net zoals een slachtoffer van een piramidespel vaak tot het bittere eind blijft investeren in een malafide product omdat hij zijn verlies niet onder ogen kan zien, zo ‘moet’ een bepaalde visie op de waarheid naar verloop van tijd wel waar zijn om de offers die ervoor zijn gebracht te rechtvaardigen.

Een hoeder van de open vlakte staat erop dat geen enkele godsdienst of ideologie meer recht heeft haar altaar in het centrum te vestigen dan een andere, hoe groot het gebrachte offer ook is. In plaats daarvan is zijn politiek handelen erop gericht om de offers van anderen te erkennen, zodat er helemaal geen verlangen ontstaat om de open vlakte te schenden.

Doordat een hoeder van de open vlakte tot de conclusie is gekomen dat het ongebreidelde kapitalisme waarin iedereen zijn eigen visie wordt gegund niet in staat is om de vlakte leeg te houden, gedraagt hij zich als een koorddanser. Aan de ene kant neemt de hoeder resoluut afstand van de sterke man die beweert dat hij met een ferme hand orde kan scheppen in de multiculturele chaos. De hoeder weet namelijk dat de angst die de open vlakte ons kan inboezemen in het niet valt bij het gevaar wanneer een sterke man deze plek in bezit neemt. Aan de andere kant stelt de hoeder zich terughoudend op ten opzichte van de offers die in de strijd voor een wereld na het kapitalisme worden gebracht.

Hoewel deze strijd het waard is om gestreden te worden en de offers daarom groot mogen zijn, weet een hoeder zijn verwachtingen te relativeren. De hoeder begrijpt namelijk dat wanneer hij zijn verlangen baseert op de offers die hij brengt, zijn begeerte nooit meer gestild kan worden. Geen tempel zal in dat geval groot genoeg zijn om de macht waarop hij recht meent te hebben te kunnen huisvesten.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s