De prijs van geld en waarom vrouwen zich zijn gaan sluieren

Veil

In Griekenland kan het woord “timi” zowel eer als prijs betekenen. Hoewel dit misschien vreemd lijkt, wat heeft eer immers met een financiële transactie te maken? Zien we deze dubbelzinnigheid ook in het Nederlands: het woord prijs refereert zowel aan een economische waarde als aan het materiële voorwerp dat je verdient zodra je een wedstrijd of een toernooi hebt gewonnen.

Voor het ontstaan van deze dubbelzinnigheid is de omvangrijke studie van David Graeber met de naam “Schuld” een goed uitgangspunt. De schrijver gaat in dit boek terug naar het ontstaan van de eerste economieën om zo de verwantschap tussen geld en eer bloot te leggen. Graeber betoogt dat hoewel vandaag de dag het bestaan van geld als betaalmiddel zó normaal is dat wij niet meer weten hoe we zonder kunnen, dit niet altijd zo is geweest. Tijdens lange, terugkerende, perioden gebruikten mensen namelijk geen geld als voornaamste betaalmiddel, maar krediet. Een voorbeeld van zulke handel op basis van krediet is bijvoorbeeld de kerfstok. Wanneer persoon één een product of dienst van persoon twee afneemt werd dit simpelweg in een stok met twee takken gekerfd. Wanneer persoon één zijn schuld wilde aflossen hoefde hij simpelweg een wederdienst te leveren alvorens de beide takken van de kerfstok werden vernietigd.

Een economie bestond voor grote perioden in de geschiedenis vooral uit transacties op basis van zulk soort vertrouwen. Zoals het bovenstaande voorbeeld laat zien, vertrouwde men erop dat de leden van een gemeenschap hun schulden zouden aflossen. Dat deze vertrouwenseconomie lang niet altijd pais en vree was laat het Ierse voorbeeld van de Cumal zien: Dit zogenaamde vrouwenkrediet was lange tijd na de kerkelijke afschaffing van de mensenhandel nog de standaard valuta. Hoewel vrouwen al voor de eerste schriftelijke bronnen in Ierland (omstreeks 600 na Christus) waarschijnlijk niet meer grootschalig verhandeld werden, werden boetes in die tijd nog altijd in aantallen vrouwen berekend. Omdat er een wisselkoers tussen een Cumal en andere producten bestond (zoals bijvoorbeeld koeien of andere dieren) kon er op een alternatieve manier worden afgerekend. Een economie die op vertrouwen is gebaseerd klinkt dus misschien utopisch, de historische werkelijkheid laat een duisterder beeld zien van samenlevingen die, zodra vertrouwen geschonden wordt, in staat zijn elkaars dochters af te pakken.

Dit beeld wordt nog veel grimmiger zodra deze kredieteconomieën worden overvleugeld door geldeconomieën. De opkomst van geld is historisch gezien bijna altijd gekoppeld aan de opkomst van een sterke hiërarchische staat. Op velerlei manieren is geld handig voor een staat: Wanneer het bijvoorbeeld oorlog wil gaan voeren is het makkelijker om 1000 soldaten ieder 100 munten te geven en de bevolking van het veroverde gebied een belasting van 100.000 munten op te leggen. Op deze manier is de bevoorrading van de soldaten geen probleem meer van de staat, maar van de veroverde bevolking. Die moeten nu ervoor zorgen dat ze hun belastingschuld van 100.000 munten kunnen betalen door producten en diensten aan te bieden waar de soldaten hun munten voor over hebben: Omdat het voor grote en complexe samenlevingen niet meer efficiënt is om schulden via een kredietsysteem bij te houden, is het handig om geld te gebruiken.

Doordat geld echter een nutteloos voorwerp is met een abstracte waarde is het in staat om schuld uit zijn maatschappelijke context te halen en het universeel verhandelbaar te maken. Waar het erop lijkt dat de vrouwelijke Cumal in de kredieteconomie van Ierland nog werden “verhandeld” om familievetes bij te leggen, deden de dochters van failliete vaders in antieke steden waar sprake was van geldhandel steeds vaker dienst als anonieme prostituees. Het valt in zekere zin misschien dan ook ironisch te noemen dat vrouwensluiering in deze tijd in Assyrië en later ook in Griekenland haar intrede doet: Tijdens economische rampspoed dreigden in grote steden zoveel vaders hun dochters als onderpand te verliezen dat ze wegvluchten en weer nomadisch gingen leven. Als een enigszins wrange kritiek op het proto-kapitalisme dat bijna hun dochters had afgenomen en ver voordat de profeet Mohammed überhaupt geboren was begonnen deze nomadische samenlevingen hun vrouwen te sluieren. Vernederd dat ze waren door de opkomst van het geld.

 

Wil je meer over dit onderwerp weten? Lees dan “Schuld; De eerste 5000 jaar” van David Graeber. Dit boek functioneerde als belangrijkste bron voor dit essay

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s