Waarom we elkaar niet vertrouwen

In god we trust

Stel je voor dat het hele universum uit één kleine commune bestaat. Zouden mensen geld gebruiken in zo’n commune? Waarschijnlijk niet. De meeste mensen die in zo’n kleine gemeenschap leven, dragen bij aan deze gemeenschap omdat ze erop vertrouwen dat de andere leden ook proberen bij te dragen. Ieder lid heeft verschillende behoeften en ieder lid heeft verschillende mogelijkheden om in de gemeenschappelijke behoeften van deze commune te voorzien. Zolang deze mensen elkaar vertrouwen zal er geen vraag zijn naar een meetlat waarop kan worden bijgehouden wie het meeste en wie het minste heeft bijgedragen. Dus, wat is er nodig voordat een dergelijke gemeenschap geld gaat gebruiken?

Als mensen geen geld gebruiken omdat ze elkaar vertrouwen, is de kans groot dat ze wel geld gaan gebruiken wanneer dit vertrouwen wegvalt. Dat dit logisch is blijkt ook uit ons commune-universum. Als daar één bepaald lid consequent niks bijdraagt aan zijn gemeenschap zou hij of zij waarschijnlijk op termijn niet meer vertrouwd worden. Op zo’n moment zou er een behoefte ontstaan naar een systeem dat kan bijhouden hoeveel mensen elkaar schuldig zijn. Dit leert ons een belangrijke les over geld. De inauguratie van dit middel wordt altijd vergezeld met een verlies aan vertrouwen in de gemeenschap. Alhoewel het een interessante vraag is wat eerder komt, het verlies aan vertrouwen in de gemeenschap of de inauguratie van geld, is dit een vraag die ik in dit essay laat liggen. Wat belangrijk is om te realiseren, is dat de inauguratie van geld niet ondubbelzinnig goed of slecht is. Ja, geld betekent dat mensen elkaar minder vertrouwen, maar het alternatief kan veel erger zijn. Als geld niet zou worden uitgevonden in onze commune waar iemand woont die alleen maar neemt zonder ooit iets terug te geven zou deze persoon waarschijnlijk opgesloten worden, of misschien nog wel erger.

En toch, geld is geen neutraal medium dat in staat is dit probleem van wantrouwen op een afdoende manier op te lossen. Het is een politiek gekleurd middel dat dit probleem van wantrouwen op een abstracter niveau incorporeert. Stel bijvoorbeeld dat de koelkast in onze commune alleen gevuld zou worden wanneer iemand een Marxistisch geïnspireerd essay schrijft. In een geldloze gemeenschap waarin ik iedereen vertrouw, zou ik waarschijnlijk vragen of het schrijven van deze essays mee zou tellen als een valide vorm van nuttige activiteit die noodzakelijk is voor het voortbestaan van de gemeenschap. Net zoals het onderhoud van de straten en het schoonmaken van de huizen. Wanneer ik echter in een gemeenschap zou wonen die geld gebruikt en waar mensen elkaar niet op hun woord vertrouwen, zou ik echter helemaal niks vragen. Uiteindelijk zullen mensen toch wel honger krijgen en naar mij toekomen om hun geld aan te bieden. Als ik de enige ben die een Marxistisch essay kan schrijven zou ik vervolgens niet alleen heel veel geld vragen, ik zou waarschijnlijk ook nog eens geloven dat ik het recht heb om dit te doen. Deze verhongerende stakkers komen toch naar mij toe om hulp te vragen?!?

Natuurlijk is er in het echte leven wel wat betere competitie in het schrijven van essays of ieder andere manier om wat te produceren. En toch, de middelen om iets te produceren zijn nooit eerlijk binnen een samenleving verdeeld. We moeten dus niet de vergissing maken dat onze sociaaleconomische positie binnen een samenleving rechtvaardig is zolang we in een maatschappij leven die is gebaseerd op een inherent wantrouwen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s